Een Zierikzeese kroniek (693-1473)

1509_Zier_Anon

Anoniem. “Een Zierikzeese kroniek (693-1473).” Edited by J.G. Smit. Kroniek van het land van de zeemeermin (Schouwen-Duiveland) 16 (1991): 21–40.

Auteursgegevens

   
Naam onbekend
Geslacht m
Geboortedatum Voor 1430
Geboorteplaats zierikzee
Datum overlijden 1473?
Plaats overlijden zierikzee?
Religie katholiek
Publieke rollen niet-bestuurder met politieke belangstelling – ambtenaar?
Educatie enige financieel-juridische kennis, ongeoefend schrijver
Beroep ambtenaar?

Inhoud van de tekst

   
Beschreven begin -3500
Contemporain begin 1458
Plaats onderwerp Zierikzee

Notities

Toelichting op basis van de inleiding van uitgever Smit en de tekst:

Het gaat hier om een editie waarin het oudste afschrift van deze kroniek, van rond 1509, is aangevuld met enige info uit een tweede afschrift, van rond 1590, dat pas in 1423 begint en iets langer doorloopt. Er is nog een derde versie. Dit alles volgens de inleiding van Smit.

De teksten zijn allen gekopieerd in samenhang met teksten die afkomstig zijn uit de ‘voorbodeboeken’(keurboeken). In de kopie van rond 1509 zit ook nog een ‘schoon gebet’, teksten over de graven van Holland, en de omvang van Zeeland. Een van deze teksten is gedateerd, vandaar dat ook het afschrift van de kroniek rond die datum.

De kopiist van de kroniek en deze teksten schrijft volgens Smit slordiger dan de geoefende kopiist van de wetgeving die ook in dit Ms te vinden is. Hij gebruikt Zierikzees dialect en is dus lokaal.

De tekst begint een lijst jaartallen met een enkele gebeurtenis er achter. Vanaf 1449 worden die lokaal en wordt de tekst uitgebreider, veel over droogte, overstromingen etc. Begin 1472 komeet en vermelding vergulden torenspits, daarna uitvoeriger (en met latere toevoeging over 1469) over politieke conflicten in de stad. Het nieuwe gerecht in 1472 gaat leningen aan met bewering dat die voor brouwen en draperie zouden zijn, maar die wordenuitgegeven aan het kopen van het schepenambt. Dat heeft tot oproer geleid, en tot een conflict met Hertog Karel. De auteur vindt de oplopende kosten een slechte zaak, maar is ook niet tevreden met het oproer, dat heeft geleid tot een oplossing die botst met de privileges. Dat schept een gevaarlijk precedent. Het was beter geweest om de hertog een oplossing te laten bedenken binnen de privileges. Auteur is precies over de schulden die de stad is aangegaan en noemt bedragen.

Op deze basis concluderen we dat de auteur vermoedelijk een niet-bestuurder was met politieke belangstelling en enige financieel juridische kennis - misschien een ambtenaar?

Literatuur

Alleen bovengenoemde uitgave.