Chronycke van Antwerpen sedert het jaer 1500 tot 1575 ; gevolgd van Eene beschryving van de historie en het landt van Brabant, sedert het jaer 51 vóór J.-C., tot 1565 na J.-C., volgens een onuitgegeven handschrift van de XVIe eeuw
1574_Antw_Ano1
Ullens, F.G., ed. Chronycke van Antwerpen sedert het jaer 1500 tot 1575 ; gevolgd van Eene beschryving van de historie en het landt van Brabant, sedert het jaer 51 vóór J.-C., tot 1565 na J.-C., volgens een onuitgegeven handschrift van de XVIe eeuw. Antwerpen: Van Dieren, 1845. https://dbnl.nl/tekst/ulle001chro01_01/.
Auteursgegevens
Naam | |
Geslacht | u |
Religie | katholiek |
Inhoud van de tekst
Beschreven begin | 1500 |
Contemporain begin | 1550 |
Plaats onderwerp | Antwerpen |
Notities
Deze kroniek is een nieuwe editie van het handschrift dat in 1743 al was uitgegeven als het Antwerpsch chronyckje , dat ook in dit corpus te vinden is.1 Dat handschrift had op het schutblad alleen een initiaal (FGV), het is niet zeker waar dat voor staat. Er zijn in het verleden allerlei namen geopperd (zie ook het artikel van Hendrix), maar die overtuigen niet helemaal, en ook Antwerpenexpert Guido Marnef is van mening dat we het niet echt weten.
De teksten zijn door Judith Pollmann binnen dit project met elkaar vergeleken. Ullens tekst uit 1843 is uitgebreider: Hij heeft ook dingen toegevoegd uit het oorspronkelijke handschrift (een voorspelling en een korte geschiedenis van Brabant). Hij lijkt ook getrouwer aan de oorspronkelijke tekst (Van Mieris blijkt min of meer te hebben hertaald) zoals je in de 19e eeuw ook zou verwachten. Ullens heeft waarschijnlijk wel woorden vertaald die hij als niet-nederlands zag (bijv. ‘Negro’ in 1743 is bij Ullens ‘moor’ geworden. Ik denk dat Van Mieris het woord ‘moor’ ook zou hebben herkend en niet zelf in ‘negro’ zou hebben veranderd). Ullens zegt in zijn inleiding dat er van alles uit vreemde talen in de tekst stond en dat die daarom dus wel gecompileerd zou zijn; ik zie die citaten in vreemde talen niet terug in zijn tekst, dus vermoed ik dat hij ze is gaan vertalen.
Ullens heeft een aantal dingen ook op andere plekken gezet. Een precieze vergelijking zou wenselijk zijn maar ik denk wel dat we kunnen stellen dat Ullens de betere editie heeft gemaakt, behalve dus misschien waar het de woorden in vreemde talen betreft. Het handschrift is kennelijk niet overgeleverd. We moeten dus de twee edities in beeld houden.
De kroniek gebruikt in de 2e helft de Brabantse stijl van jaarrekenen, en laat het nieuwe jaar dus met Pasen beginnen. Dat verklaart waarom het bij de laatste datum, 21 januari, in Ulllens editie nog 1574 was, en in Van Mieris 1575. Men zou e.e.a verder kunnen uitzoeken door de tekst te vergelijken met de kroniek over Antwerpen van Baten, die deels op deze tekst is gebaseerd.2
Wat de verdere datering betreft: de tekst is ondertekend op 6 juni 1572 en leek toen min of meer ‘af’ (hij was denk ik begonnen midden jaren ‘60, want bij een item uit 1538 wordt een boek uit 1568 (Van Vaernewijcks Spiegel der Outheyt) aangehaald, en in een mededeling over 1546 wordt aan 1566 gerefereerd). Daarna volgen nog wat aantekeningen uit de jaren 1570-74, die i.e.g. contemporain zijn. Vanaf de jaren 1550 neemt het aantal mededelingen en detail toe, dus misschien werd er toen al regelmatig aantekening gehouden. De auteur is geinteresseerd in stad en bouw, ceremonies rond vorsten, gulden vlies etc, oproeren etc, maar schrijft vooral ook veel over ketterijprocessen, misdaad, en na 1566 over de Opstand, geuzen en Spaanse inkwartiering en muiterijen.
[1] 1574_anw_ano2
[2] 1643_Antw_Bate
Tekst deels overeenkomstig met 1643_Antw_Bate
Literatuur
Guido Hendrix, ‘Franciscus Godefridus Ullens ontmaskerd. Kennismaking met de ware auteur van het Antwerpsch Chronykje’ V.R.B.-Informatie 24 (1994), p. 51-78. NB V.R.B. staat voor: Vereniging van religieus-wetenschappelijke bibliothecarissen.