Kroniek van Vrouwenklooster in De Bilt
1583_Bilt_ErpH
Erp, Henrica van, Maria van Zuylen, en anoniem. ‘Kroniek van Vrouwenklooster in De Bilt’, 1583 1505. UBU 1254 (6 A 13). UB Utrecht. https://dbnl.nl/tekst/erp_003kron01_01/.
Auteursgegevens
Naam | |
Geslacht | v |
Datum overlijden | Na 1583 |
Religie | katholiek |
Beroep | zuster Benedictines |
Inhoud van de tekst
Beschreven begin | 1139 |
Contemporain begin | 1524 |
Plaats onderwerp | De Bilt |
Notities
De Kroniek van het Vrouwenklooster in De Bilt van Henrica van Erp is door Anne Doedens en Henk Looijestein in 2010 gepubliceerd en gedocumenteerd op http://www.utrechtsekronieken.nl/kronieken/kroniek-vrouwenklooster/ en vervolgens ook op
https://www.dbnl.org/tekst/erp_003kron01_01/colofon.php
‘Signatuur: UBU 1254 (6 A 13)
Datering: 1505-1583
Kloosterkroniek van Vrouwenklooster in De Bilt opgesteld door abdis Henrica van Erp (ca. 1480-1548) en haar opvolgsters. De kroniek beslaat de periode vanaf eind vijftiende eeuw tot aan 1583, met enkele gegevens van de periode ervoor.’
De bezorgers merken op:
‘De tekst van de kroniek is niet alleen door Henrica geschreven. De aantekeningen na haar dood zijn afkomstig van tenminste twee andere vrouwen: Maria van Zuylen, abdis van 1570 tot 1576, die (deels in de ik-vorm) verslag doet van haar benoeming, en een onbekende non die schrijft over de officiële installatie van de abdis. Ook de tekst over de periode vóór 1548 lijkt soms door anderen te zijn geschreven. Zo staat bijvoorbeeld bij 1505 genoteerd dat ‘mijn [abdis] Vrouwe van Erp’ de abdij heeft laten verbouwen, en in 1517, dat ‘mevrouw [Henrica] Van Erp op oudejaarsavond voor 214 goudguldens het huis van Hendrik van Esscheren’ kocht. Bij het jaar 1539 wordt geschreven over de ziekte van ‘vrouwe Henrica van Erp’. De meeste aantekeningen zijn echter wel van Henrica zelf. Negen maal is er sprake van een ick die op één plaats wordt gekoppeld aan de naam ‘Henrica van Erp’. Op grond hiervan is de kroniek in de afschriften en in de uitgave van 1698 toegeschreven aan Henrica.’
Literatuur
Inleiding bij de editie