Dronrijps Memoriael
1718_Dron_Rouc
Roucoma, Hoyte. Dronrijps Memoriael. Onder redactie van K. Terpstra. Leeuwarden: Fryske Akademie, 1986. https://webggc.oclc.org/cbs/DB=2.37/XMLPRS=Y/PPN?PPN=864691955.
Auteursgegevens
Naam | Hoyte Roucoma |
Geslacht | m |
Geboortedatum | 1661 |
Geboorteplaats | Burchwert |
Datum overlijden | 1719 |
Religie | gereformeerd? |
Publieke rollen | organist, collecteur van het beestiaal, koster |
Beroep | schoolmeester en soms ,schrijver in dronrijp |
Inhoud van de tekst
Beschreven begin | 1690 |
Plaats onderwerp | Dronrijp |
Notities
Met dank aan Tinka de Haan
Hoyte Stoffels Roucoma
Geboren: 1661 (gedoopt 1 januari) te Burchwert.
** **Vader: Stoffel Louws Roucoma
Moeder: Akke Hoytes Haga<sup>1</sup>
**Gestorven: **1719
**Begraven: **8 december 1719
Nalatenschap: ƒ1000
Erfgenamen: Antie en Louw Roucoma
**Getrouwd: **nee
**Religie: **Gereformeerd
**Professie: **Schoolmeester van Dronrijp
Collecteur van het beestiaal
Koster
Organist en zanger in de Dronrijpster kerk
Motief
Internationale interesse/crisis?
Roucoma begint met aantekeningen maken voor een kroniek in 1698. In de beginjaren worden alle activiteiten in Dronrijp en omgeving omschreven, maar dit verandert met het uitbreken van de Spaanse Successieoorlog in 1702. Veel Friese soldaten vochten in de zuidelijke Nederlanden en Noord-Frankrijk; krantenberichten werden met wanhopige interesse gevolgd. Roucoma nam deze berichten over en citeerde soms hele stukken. Ook na de Vrede van Utrecht in 1713 blijft hij geïnteresseerd in buitenlandse gebeurtenissen.2
Public Roles
Onbekend
Education
Onbekend
Profession
Nadat zijn vader en moeder naar Sneek verhuisde neemt Hoyte op zeventienjarige leeftijd het werk van zijn vader als schoolmeester van Roardhuzum over in
- In 1682 vertrekt hij naar Dronrijp om als schoolmeester te werken. Hij blijft dit voor 37 jaar.
Hij was ook collecteur van het beestiaal, wat inhield dat hij de waarde van het slachtvee moest schatten en de verschuldigde belasting moest innen. In de kroniek beschrijft hij vooral het werk dat te maken heeft met zijn kosterschap, zoals het luiden van de klok, onderhoudswerk, de doden begraven en dorpsomroepen doen. Veel van dit werk besteedde hij uit aan oudere jongens van de school. Tot slot staat hij genoemd als organist en zanger in de Dronrijpster kerk.
Biografische gegevens
In de gedrukte uitgave van het Dronrijps Memoriael, uitgegeven door K. Terpstra, is op pagina 5-9 een biografie over Roucoma te vinden. Vertaald uit het Fries lezen we hier onder anderen dat de vader van Hoyte van Walsweer kwam, een oud boerenland dat al vóór 1500 wordt genoemd.3 Hij had het boerenleven achter zich gelaten en was schoolmeester geworden, een beroep waarin 3 van zijn zonen hem in volgden. In maart 1668 verhuisde de familie naar Roardhuzum, waar ze bleven tot november 1678. Toen de ouders van Hoyte naar Sneek verhuisden volgde Hoyte zijn vader op als schoolmeester. Hij was toen nog maar 17 jaar oud en zijn eerste betaling, 160 guineas per jaar, werd nog aan zijn vader betaald.4 Drie weken voor Allerheiligen 1682 vertrok Hoyte naar Dronrijp, waar hij door stemrecht als schoolmeester werd benoemd.5
De reden voor zijn vertrek naar Dronrijp is waarschijnlijk dat het salaris van schoolmeester hier een stuk hoger lag dan dat van de gemiddelde schoolmeester. De kerkvaders betaalden ruim 6 gulden voor de overtocht van Hoyte, en de schoolmeesterwoning was voor hem opgeknapt. De jaarlijkse toelage was 85 gulden, maar daar kwam nog 144 gulden bij (bestaande uit de opbrengsten van het schoolmeesterland). Er kwamen ook nog wat opbrengsten uit het schoolgeld van de leerlingen (zo’n 50 gulden). De bewoning van het schoolmeesterhuis was gratis. In Dronrijp heeft hij 37 jaar als schoolmeester gewerkt. Verdere inkomsten verdiende Hoyte als collecteur van het beestiaal, wat inhoudt dat hij de waarde van slachtvee schatte en de belasting hierover inde.
Als schoolmeester moest Hoyte lid zijn van de gereformeerde kerk. Hoewel hij vriendschappelijk omging met de roomse dorpsgenoten, lijkt hij aan de jezuïeten een hekel gehad te hebben. Ook van vrouwen lijkt hij geen hoge pet opgehad te hebben. Hij is nooit getrouwd geweest en zijn schrijfvoorbeelden, bewaard gebleven in het Fries Museum, lijken er zelfs op te wijzen dat hij een zekere afkeer van vrouwen had.6
In de kroniek wordt niet veel gezegd over het schoolmeesterschap. Roucoma verwijst naar zichzelf als schrijver, koster en organist. Dat hij zichzelf eerder schrijver dan schoolmeester noemt wijst erop dat de schrijfkunst zijn interesse moet hebben gehad. Voor de kerk hield hij de kerkboeken bij en schreef hij een officiële brief voor een nieuwe dominee. Ook voor de dorpsgenoten stelde hij zijn schrijfvaardigheid beschikbaar. Meer aandacht dan dat het beroep schoolmeester in de kroniek krijgt is weggelegd voor zijn werkzaamheden als koster. Op kerkelijk gebied was hij eveneens werkzaam als organist en zanger. Vooral als organist maakt hij naam, en wanneer enkele Hollandse heren op bezoek komen speelt Roucoma op het orgel. Hij krijgt hiervoor een flinke ‘ vereringe’.7
Naast al deze betaalde werkzaamheden hield Roucoma tijd over voor zijn hobby’s. Hij werkte bijvoorbeeld veel in zijn tuin, waar hij onder andere appels, peren, pruimen, aardbeien en noten verbouwde. Daarnaast was hij zeer geïnteresseerd in het weer. Hij merkte meteorologische verschijnselen op en deed systematische metingen met een thermometer. Deze metingen behoren tot de oudst bekende in Nederland.8
Van de hand van Roucoma
Het manuscript van de kroniek bevindt zich in het Rijksarchief van Leeuwarden in het archief van Van Eysinga – Vegilin van Claerbergen (E.V.C. 1108 a).
Schrijfvoorbeelden van Roucoma bevinden zich in het Fries Museum
https://collectie.friesmuseum.nl/?query=Roucoma
Linkadressen
Persoonspagina
http://www.pnieuwland.nl/haza/personen/persoon23753.htm
Inschrijving lidmaatschap Dronryp
De Kroniek
Tijdsperiode kroniek: 1690-1718
**Levensperiode auteur: **1661-1719
Plaats kroniek: Dronrijp
**Woonplaats auteur: **Dronrijp
**Contemporain?: **Ja, vanaf 1698
Van 1690 tot januari 1718 hield Roucoma zijn kroniek bij. Het boekje beslaat 186 bladzijden, waarvan de eerste 182 pagina’s zijn beschreven en genummerd. Het boekje is in leer gebonden en bevindt zich in het archief van Leeuwarden en behoort tot het archief van Van Eysinga-Vegilin van Claersbergen (E.V.C. 1108 a). Het begin van de kroniek beslaat vooral gebeurtenissen in Dronrijp en omgeving, maar dit verandert vanaf 1702. Veel Friese soldaten vochten tijdens de Spaanse Successieoorlog in de Zuidelijke Nederlanden of Noord-Frankrijk. Roucoma nam veel krantenberichten over en citeerde soms gehele passages. Ook na de Vrede van Utrecht blijft hij geïnteresseerd in buitenlandse zaken. Maar ook het leven in Dronrijp blijft genoeg aandacht krijgen. Uit zijn beschrijvingen van Dronrijp blijkt dat Roucoma van het dorp hield (aldus Terpstra) en alles wat de rust of schoonheid van het dorp verstoorde maakte hem boos. Zijn persoonlijke leven krijgt in de kroniek niet veel aandacht. Wanneer hij het heeft over ziekte in het dorp, vertelt hij niet of hij of zijn broers hier last van hebben gehad. Zijn twee broers die nog bij hem in het dorp woonden worden sowieso niet genoemd in de kroniek. Wel schrijft hij af en toe in de ik-vorm.9 Volgens Terpstra wilde hij niet teveel van zichzelf blootgeven. Enkele woorden, die niet voor iedereen bedoelt waren, heeft hij in geheimschrift geschreven.10
Terpstra geeft aan dat Roucoma met een mooi, goed leesbaar handschrift schreef. Zijn stijl is op sommige plaatsen wat minder duidelijk. Soms voegde Roucoma later aanvullende notities toe, met de letters N. of N.B. Er zitten hier en daar wat verzen tussendoor, die volgens Terpstra van goede kwaliteit zijn. Er moet een tweede kroniek van Roucoma zijn. Op pagina 183 van de kroniek (pagina 79 in de uitgave van Terpstra) eindigt de kroniek met:
_Einde._
_ Zie verders het tweede deel, in een ander boek._
[1] Tresoar, Trouwregister Hervormde gemeente Burgwerd Hichtum Hartwerd, archiefnummer 28, Collectie doop-, trouw-, lidmaten- begraafboeken, inv.nr. 0799 (aktenummer 821).
[2] H. Roucoma, Dronrijps Memoriael (Fryske Akademy, Leeuwarden 1986) uitgegeven door K. Terpstra, 8.
[3] H. Roucoma, Dronrijps Memoriael (Fryske Akademy, Leeuwarden 1986) uitgegeven door K. Terpstra, 5.
[4] Terpstra verwijst hier naar Sannes, 1940. Hartman Sannes was een historicus en verzamelaar die veel heeft geschreven over allerhande schoolmeesters in Friesland. Deze verwijzing heb ik echter niet kunnen achterhalen.
[5] Tresoar, 28: Collectie doop-, trouw-, lidmaten-, begraafboeken, inv.nr. 513 (aktenummer 620).
[6] Terpstra, 6.
[7] Terpstra, 7.
[8] Terpstra, 7.
[9] H. Roucoma, Dronrijps Memoriael (Fryske Akademy, Leeuwarden 1986) uitgegeven door K. Terpstra, 8.
[10] Deze heb ik nog niet kunnen achterhalen. Terpstra heeft het hierover op pagina 8 en 9.