“Kroniek van Hoorn”, register houdende aantekeningen betreffende de stadsgeschiedenis deel 1

1755_Hoor_Spru_01

Spruijt, Jurriaan. ‘“Kroniek van Hoorn”, register houdende aantekeningen betreffende de stadsgeschiedenis deel 1’. Hoorn, 1719. Hervormde Gemeente Hoorn, toegang 0656, invnr 589. West-Fries Archief. https://hdl.handle.net/21.12114/2C7BB59B11FE418696233E2B8E25469F.

Auteursgegevens

   
Naam Jurriaan Spruijt
Geslacht m
Geboortedatum 1701
Geboorteplaats Hoorn
Datum overlijden 1779
Plaats overlijden Westwoud
Religie gereformeerd
Educatie Musician
Beroep stadsbeiaardier van Hoorn, organist sinds 1718

Inhoud van de tekst

   
Beschreven begin 1630
Plaats onderwerp Hoorn

Notities

Door Tinka de Haan

Over Jurriaan/Jurriaen/Jeuriaan (Dirks) Spruijt

**Geboren: **1701 (gedoopt 17 april)1 te Hoorn.

** **Vader: Dirck Spruijt

                 Moeder: Marta de Niel

                 Getuige: Aefje Niengs

Gestorven: 22 oktober 1779 te Westwoud.2

**Begraven: **27 oktober 1779.3

** **Grafsectie Middelkerk

                 Grafnummer 137

** **Impost: fl: 8.-

**Getrouwd: **Aankondiging: 7 november 1733.4

** **Voltrokken: 22 november 1733, door ds. Van den Bergh.

** **Met: Maria Klinkhamer, zus van schepen van Hoorn.

**Religie: **Gereformeerd

**Professie: **1718: Benoemd tot waarnemend organist en klokkenspeler

** **1722: Aangesteld als vast organist

                 1768: Ontslagen wegens ‘aanhoudende indispositie’.<sup>5</sup>

                 Wordt in 1761 vermeld als ‘oud praesident Commissaris deser stad’.  

Motief

Memory

Spruijt geeft op pagina 42 (scan 23) aan:

Egter heb ik gemeend een vervolg der Gebeurtenisse van de stad Hoorn voor de Nakoomelingen Noodzakelijk te zijn, om dat ‘s Menschen Leeven kort van duur Zijnde, de geheugenisse van gebeurde Zaken versterven moeten te gelijk, met allen die dezelve bevatten, en ofschoon de overleveringen sulks wel eeniger maten vergoeden; zoo verdwijnen nogtans dezelve door Verloop van Tijden als een Nevel, boven dien is ook te Beklagen, de geringe

zorg en agting, welke de Ondankbare en Onagtsame Nageslagten toedragen aan de Oude Memorien door hunne Naarstige Voor-Ouderen met Ongemeene Vlijd en Arbeijd vergaaderd: waardoor veel heerlijke Gedenkschriften verwaarloost, en alzoo d’ Eeuwigheijd ontrooft zijn.

Public Roles

Onbekend

Education

Onbekend

Profession

Klok- en Organist der stad Hoorn, van 1718 tot 1768.

Biografische gegevens

Jurriaan Spruijt lijkt een zeer geleerde man geweest te zijn. Zijn boedelinventaris laat zien dat hij veel boeken in huis had, en ook uit zijn kroniek blijkt dat hij wist waar hij het over had.6 Hij maakt veel gebruik van geschreven bronnen als kranten, brieven en tijdschriften. Daarnaast heeft hij wat werken achtergelaten over klokken en orgels.

In 1733 trouwt hij met Maria Klinkhamer, maar een heel gelukkig huwelijk lijken de twee niet gehad te hebben. Op 12 maart 1758 verschijnt Maria Klinkhamer bij notaris Reijnier Pereboom, om verslag te doen van mishandeling.7 Zij wordt hierbij bijgestaan door meerdere van haar (oud) dienstmeiden: Trijntje Lourens, dienstmeid in 1739; Cornelia Cornelis, dienstmeid van 1754 tot 1757; Neeltje, dienstmeid in 1757; Niesje Adriaans Koning, dienstmeid van 1757 tot en met het opmaken van deze notariële akte. Al deze dienstmeiden verklaren dat Spruijt zijn vrouw mishandelde en uitschold. Trijntje Lourens zegt bijvoorbeeld:

dat Jeuriaan Spruijt dik werff de requisante deerlijk en jammerlijk heeft geslagen en mishandelt, sijn Vrouw alle dagen, uijtscheldende voor een deugniet, Verwaarlooster, en met meer anderen Onbetamelijke uijtdrijkkinge, dat hij Jeuriaan Spruijt door gaans Veel Jenever drinkt, en daar door in de huijshouding Seer Onverdrragelijk was. 8

Ook heeft zij het erover dat Spruijt zijn vrouw een keer zó ernstig heeft geslagen dat zij flink bloedde en er een plas bloed op de keldervloer ontstond. Trijntje heeft toen de broer van Maria (Pieter Klinkhamer, schepen van Hoorn) erbij gehaald zodat hij kon helpen.9 Om zijn ongenoegen te uiten gooide Spruijt vaak het eten van de tafel op de grond, of voerde hij het aan de honden. Het lijkt erop dat hij er continu op uit was om Maria Klinkhamer diep te beledigen en vernederen. Cornelia Cornelis zegt dat hij Spruijt tegens de requisante heeft geseght, dat sijn voornemen was, om de requisante soo arm te maken dat sij geen stoel had, om op te zitten. 10 ** __** Neeltje geeft aan dat zij Spruijt continu heeft horen schelden tegen Maria, en dat ze Maria veel heeft zien huilen. Ook Niesje spreekt over de scheldpartijen en kwade dronk van Spruijt.11 Tot slot verklaren alle dienstmeiden dat Maria juist continu zeer vriendelijk was en zich nooit onjuist of disrespectvol heeft gedragen ten opzichte van haar man. Dat het huwelijk niet meer te redden was blijkt uit een notariële akte van 19 februari 1761 waarin wordt verzocht om seperatie van bed, tafel, goederen en bijwoning.12 In deze akte wordt er verwezen naar Jurriaan Spruit als ‘oud praesident Commissaris deser stad’ (Ik heb niet kunnen achterhalen wat dit precies betekent). Spruijt wordt bijgestaan door advocaat Corneelis Kaiser, Maria Klinkhamer door advocaat Jacob Groot. Zij geven aan dat er moeilijkheden zijn ontstaan in de huishouding, waardor samenwonen moeilijk is geworden. Na alle middelen te hebben aangewend om het te laten werken, moeten beide toegeven dat dit niet is gelukt. Vervolgens wordt vastgesteld welke spullen aan wie moeten worden achtergelaten. Maria krijgt bijvoorbeeld de goederen terug die zij ‘ten huwelijk heeft aengebragt, voor zoo verre deelvenog in weezen zijn’.13 Naast wat huisraad die wordt verdeeld, wordt vastgesteld dat Spruijt een hoofdsom van 600 gulden moet betalen aan Johanna Gallis, weduwe van Jacob Klinkhamer. Hiervan zal jaarlijks drie procent worden betaald totdat de schuld is afgelost. Daarnaast wordt Spruijt opgelegd met de verdere schulden en lasten ‘waer mede deze boedel is beswaert’. Tot slot spreken beide partijen af elkaar met respect te behandelen wanneer zij elkaar tegenkomen.14 Het ongetrouwde leven van Maria Klinkhamer heeft niet lang geduurd, zij overleed in hetzelfde jaar. Opvallend is dat in het grafboek aangegeven staat dat zij is begraven in graf 137. In datzelfde graf is Spruijt na zijn overlijden is begraven.15

        Dat Spruijt teveel dronk blijkt ook uit zijn ontslag als klok- en organist in 1768. In 1718 was Jurriaan, als zoon van de laatste organist en klokkenspeler, tot waarnemend organist benoemd tegen betalen van ƒ150 of ƒ 200 per jaar. In 1722 wordt hij vast organist met een salaris van ƒ 300.<sup>16</sup> In 1726 doet hij een verzoek tot vermeerdering van zijn salaris naar ƒ400, wat wordt toegekend.<sup>17</sup> In 1768 wordt Spruijt ontboden bij de ‘burgemeesteren’ van de stad, als gevolg van zijn ‘aanhoudende indispositie’. Er wordt hem gevraagd of hij ofwel zijn post als orgelspeler wil waarnemen ‘gedurende sijn ongesteltheijt’, ofwel zijn post wil afstaan met een pensioen van ƒ200\. Spruijt verzoekt enige dagen uitstel om hierop te antwoorden, maar laat vervolgens niets meer van zich horen. Het orgel is zelfs overgenomen door een ‘roomschgezinde’. Het zou hier kunnen gaan om Pieter Klaasz. Groot, een katholieke man die enige tijd bij hem inwoonde.<sup>18</sup> Als gevolg hiervan wordt gevraagd of het niet kan worden goedgekeurd Spruijt te ontslaan, om ‘reedenen van sijn swakheijt en absolut onvermogen’. Dit verzoek wordt goedgekeurd en de burgemeesters mogen op zoek naar een nieuwe organist en klokkenist. Spruijt ontvangt gedurende de rest van zijn leven een pensioen van ƒ250.

Over de kroniek

De Kroniek van Spruijt begint eigenlijk pas op pagina 125 (scan 64). Daarvoor zijn vooral lofdichten en liederen. Voor zover ik kan achterhalen betreft het hier allemaal kopieën van het werk van Velius. Op pagina 41 (scan 22) lijkt Spruijt zelf een reden te geven voor het schrijven van zijn kroniek. Te lezen is dat ‘ons vaderland’ nog gebrek heeft aan boeken over bijzondere steden tot aan de tegenwoordige tijd. Hij schrijft:

Om dit gebrek na mijn gering vermoogen enigzints te verminderen, zoo is mijn voorneemen om door dit kleijne opstel, de Historie der Stad Hoorn aan te wijsen van den jaren 1630 tot op den tegenwoordigen Tijd.

Hij begint zijn ‘vervolg op de kroniek van Hoorn’ in 1630, waar die van Dirk Velius stopt. Op pagina 42 (scan 23) is nog te lezen:

Egter heb ik gemeend een vervolg der Gebeurtenisse van de stad Hoorn voor de Nakoomelingen Noodzakelijk te zijn, om dat ‘s Menschen Leeven kort van duur Zijnde, de geheugenisse van gebeurde Zaken versterven moeten te gelijk, met allen die dezelve bevatten, en ofschoon de overleveringen sulks wel eeniger maten vergoeden; zoo verdwijnen nogtans dezelve door Verloop van Tijden als een Nevel, boven dien is ook te Beklagen, de geringe

zorg en agting, welke de Ondankbare en Onagtsame Nageslagten toedragen aan de Oude Memorien door hunne Naarstige Voor-Ouderen met Ongemeene Vlijd en Arbeijd vergaaderd: waardoor veel heerlijke Gedenkschriften verwaarloost, en alzoo d’ Eeuwigheijd ontrooft zijn.

Vervolgens maakt Spruijt enkele correcties op de informatie die hij uit het werk van Velius heeft gehaald, wat erop wijst dat hij daadwerkelijk onderzoek deed naar het werk dat hij las. Hij noemt drie passages uit het werk van Velius die volgens hem onjuist zijn, en beschrijft bijvoorbeeld dat hij op de beschreven plekken is geweest om navraag te doen. Dit is natuurlijk flink wat jaren nadat Velius de gebeurtenissen heeft beschreven (Spruijt werd pas in 1701 geboren). Men kan zich om die reden afvragen hoe betrouwbaar de ‘correcties’ van Spruijt zijn.

Van pagina 57 (scan 30) tot pagina 80 (scan 42) beschrijft Spruijt de veranderingen van straat- en brugnamen over de tijd van een eeuw (1650-1750?). Pagina 83 tot pagina 118 (scan 42-61) beslaat iedere keer een pagina links (voor 3 mei 1747) en een pagina rechts (na mei 1747). Op pagina 120 is dan nog een brief (?) aan De Heeren Kerkmeesteren. Daarna volgen twee lege pagina’s, waarna het Vervolg der historie van Hoorn volgt. Het betreft een stadsbeschrijving met per jaar een aantal gebeurtenissen die worden uiteengezet, met af en toe een specifieke datum maar niet altijd. Hij beschrijft veel grafberichten en afscheidsbrieven na het overlijden van stadhouder Willem II. Ook is er een plakkaat overgenomen, van de hand van Johan de Witt, over de plundering van Enkhuizen. Aan het einde van de kroniek houdt Spruijt zich vooral bezig met een aantal flinke stormen en overstromingen, met veel verdronken dieren en mensen als gevolg (pagina 600-618, scan 306-315). Er volgen nog wat berichten, kopieën, vertalingen en brieven over de plundering van Algiers? De kroniek eindigt op pagina 632 (scan 322) met het jaartal 1718: vernieuwing van het munthuis.

Ik heb niet kunnen achterhalen of de kroniek op enig moment contemporain wordt. Hiervoor zal de kroniek nog wat aandachtiger moeten worden bestudeert. Er zijn tevens nog aardig wat andere handschriften van Jurriaan Spruijt in de archieven te vinden.

Westfries Archief

‘Elementa musica’, 0216 Collectie Handschriften, inv.nr. 192.

https://hdl.handle.net/21.12114/9A9C8F5EE27D41948F06182380247856

Register van manuscripten, verzameld door Jurriaan Spruijt, 0216 Collectie Handschriften, inv.nr. 196.

https://hdl.handle.net/21.12114/280B4AC5429148579585DC3963078EBB

‘Geschiedenis der stad Hoorn’, 0216 Collectie Handschriften inv.nr. 197.

https://hdl.handle.net/21.12114/280B4AC5429148579585DC3963078EBB

‘Memorie van Noord-Hollandse Watervloeden’, 0348 Oud Archief van de stad Hoord, inv.nr. 2480.

https://hdl.handle.net/21.12114/A330D701F632408CB719EEF0E8D2AF3B

‘Beschrijving van klokken en klokkenspelen, door Jurriaan Spruyt, klokkenist en organist der stad Hoorn’, 0216 Collectie Handschriften en losse archivalia, 1545-2009, inv.nr. 193.

https://hdl.handle.net/21.12114/578A2CA363BC48CAB0D22463C783608B

Regionaal Archief Alkmaar

‘Manuscripten van Jurriaan Spruyt, samengesteld in de 2e helft van de achttiende eeuw, bevattende afschriften uit gedrukte bronnen en archivalia betreffende West-Friesland en het Noorderkwartier (9 delen)’, 0850 Collectie Aanwinsten van het regionaal Archief, 1412-1984, inv.nr. 43-51.

<https://www.regionaalarchiefalkmaar.nl/collecties/archieven/archieven-2/details/NL- AmrRAA-95.001/path/1.27>


Linkadressen

Doop Jurriaan Spruijt

https://hdl.handle.net/21.12114/0023DB4A406E4A60868171EA4617A322

Graf Jurriaan Spruijt

https://hdl.handle.net/21.12114/AED0E0CDC3964A348F372A0F1F9DC7AB

Huwelijk Spruijt en Klinkhamer

https://hdl.handle.net/21.12114/970EAF1D55244E3AB0A1C4DAD6BD1BDF

Inboedel

https://hdl.handle.net/21.12114/38FC913984854DB0A3FFD4F4A13598DB

Loonsverhoging

https://hdl.handle.net/21.12114/7582658BD89F404ABF8A82014FBF1101

Mishandeling Klinkhamer

https://www.westfriesarchief.nl/onderzoek/zoeken?mivast=136&miadt=136&mizig=210&miview=inv2&milang=nl&micols=1&micode=1685&mizk_alle=inventaris&mip2=2475

Scheiding

https://www.westfriesarchief.nl/onderzoek/zoeken?mivast=136&miadt=136&mizig=210&miview=inv2&milang=nl&micols=1&micode=1685&mizk_alle=inventaris&mip2=2569

Ontslag

https://hdl.handle.net/21.12114/FCF923F8423847B399955F2454A8B27F

Overlijden Maria Klinkhamer

https://hdl.handle.net/21.12114/8919D16FB3DD4628910701577C9EC17A

West Frieslands oud en Nieuws, Jaarboek.

https://www.westfriesgenootschap.nl/wfon- pdf/wfon.php?jaargang=021&pagina=095

[1] WestFries Archief, 1702-17: Doop-, Trouw- en Begraafboeken Hoorn, inv.nr. 9 (scan 152).

[2] WestFries Archief, 1685: Notarissen in West-Friesland tot 1843, 1552-1843, inv.nr. 386 (scan 162).

[3] WestFries Archief, 1702-17: Doop-, Trouw- en Begraafboeken Hoorn, inv.nr. 84 (scan 50).

[4] WestFries Archief, 1702-17: Doop-, Trouw- en Begraafboeken Hoorn, inv.nr. 68 (scan 190).

[5] WestFries Archief, 0348: Oud archief stad Hoorn 1356-1815, inv.nr. 131 (scan 255).

[6] WestFries Archief, 1685: Notarissen in West-Friesland tot 1843, 1552-1843, inv.nr 386 (scan 165).

[7] WestFries Archief, 1685: Notarissen in West-Friesland tot 1843, 1552-1843, inv.nr. 2475 (scan 54-57).

[8] WestFries Archief, 1685: Notarissen in West-Friesland tot 1843, 1552-1843, inv.nr. 2475 (scan 54).

[9] WestFries Archief, 1685: Notarissen in West-Friesland tot 1843, 1552-1843, inv.nr. 2475 (scan 55).

[10] WestFries Archief, 1685: Notarissen in West-Friesland tot 1843, 1552-1843, inv.nr. 2475 (scan 55).

[11] WestFries Archief, 1685: Notarissen in West-Friesland tot 1843, 1552-1843, inv.nr. 2475 (scan 56).

[12] WestFries Archief, 1685: Notarissen in West-Friesland tot 1843, 1552-1843, inv.nr. 2596 (scan 198-201).

[13] WestFries Archief, 1685: Notarissen in West-Friesland tot 1843, 1552-1843, inv.nr. 2596 (scan 199).

[14] WestFries Archief, 1685: Notarissen in West-Friesland tot 1843, 1552-1843, inv.nr. 2596 (scan 200).

[15] WestFries Archief, 1702-17 : Doop-, Trouw- en Begraafboeken Hoorn, inv.nr. 14 (scan 14).

[16] Dr Chr. C. Vlam, ‘Hoornse organisten en klokkenisten van het midden van de vijftiende tot het einde van de achttiende eeuw’, in: West Frieslands Oud en Nieuws (Hoorn 1954) 65-88, aldaar 83.

[17] WestFries Archief, 0348: Oud archief stad Hoorn 1356-1815, inv.nr.140 (scan 249).

[18] WestFries Archief, 1685: Notarissen in West-Friesland tot 1843, 1552-1843, inv.nr 386 (scan 163). Dat hij Katholiek was staat genoemd in de tweede annotatie beschreven bij deze bron op de website van het archief.

Literatuur