Rare geschriften behelsende het gedenckweerdighste dat ‘er is voorgevallen binnen de stadt van Brugghe, 1645-1684 door Jacques Inbona en verdergezet door Pieter Le Doulx tot 1781 (met een vervolgh ofte bijvoughsel)

1781_Brug_Ledo

Inbona, Jacques, en Pieter Ledoulx. ‘Rare geschriften behelsende het gedenckweerdighste dat ‘er is voorgevallen binnen de stadt van Brugghe, 1645-1684 door Jacques Inbona en verdergezet door Pieter Le Doulx tot 1781 (met een vervolgh ofte bijvoughsel)’. Brugge, 1684. Fonds Goethals-Vercruysse, ms. 175. Rijksarchief te Kortrijk.

Auteursgegevens

   
Naam Pieter Ledoulx
Geslacht m
Geboortedatum 1730
Geboorteplaats Brugge
Datum overlijden 1807
Plaats overlijden Brugge
Religie katholiek
Beroep schilder/ geschiedschrijver
Wikipedia https://nl.wikipedia.org/wiki/Pieter_Ledoulx
Biografisch portaal http://www.biografischportaal.nl/persoon/12781379

Inhoud van de tekst

   
Beschreven begin 1645
Contemporain begin 1645
Plaats onderwerp Brugge

Notities

JP 16 aug 2023

Rare geschriften behelsende het gedenckweerdighste dat ‘er is voorgevallen binnen de stadt van Brugghe, 1645-1684 door Jacques Inbona en verdergezet door Pieter Le Doulx tot 1781 (met een vervolgh ofte bijvoughsel).

Over het eerste deel van deze kroniek, geschreven door Jacques Inbona is onze belangrijkste bron

Volkskultuur te Brugge tijdens de 2e helft van de 17e eeuw op basis van de rare geschriften van Jacques Inbona

Joke Dewitte Submitted in 1981

Diss. lic. geschiedenis

De Witte deed uitputtend onderzoek in de Brugse archieven, en trof daarin allerlei Jacob Inbona’s. Het lukte haar niet om met zekerheid te kunnen zeggen wie de auteur zou kunnen zijn. We troffen daarnaast ook nog een Jacques Inbona die eerst kassier en later ontvanger was van de kasselrij van het Brugse Vrije - werkzaam 1664-1692. https://search.arch.be/en/?option=com_rab_findingaids&view=findingaid&format=pdf&eadid=BE-A0513_101639_100253_DUT

We mogen wel aannnemen dat de auteur ouder dan 20 was toen hij aan zijn tekst begon - hij stopt in 1684.

In de tekst vond Dewitte een vermelding van een benoeming tot pestmeester die niet te verifieren bleek in de Brugse archieven. Maar wel deduceerde zij uit de tekst veel nuttigs over zijn sociale profiel - gezeten burger, regelmatisch kritisch over de overheid en dus waarschijnlijk zelf geen bestuurder, katholiek maar af en toe ook kritisch over de clerus, zeer gehecht aan de lokale privileges en bezorgd over pogingen uit Brussel om die aan te tasten.

CL/JP Over Pieter Ledoulx die de kroniek heeft voortgezet staat het volgende op wikipedia;

Levensloop

Pieter-Franciscus Ledoulx was de kleinzoon van Pieter Ledoulx, burgemeester van Oostende, en de zoon van Pieter-Franciscus Ledoulx (Oostende, 1698 - Brugge, 1773) een vooraanstaande ingezetene van de stad Brugge, en van Rosa Bouckaert.

Ledoulx liep school bij de augustijnen. Vanaf 1745 volgde hij lessen aan de Brugse kunstacademie, bij Matthijs de Visch en waarschijnlijk bij Jan Garemijn.

Van hem zijn weinig schilderijen bewaard: een zelfportret (toen hij 21 was), twee surrealistisch aandoende Brugse stadsgezichten (de Spiegelrei en het Burgplein) en enkele religieuze werken. Hij maakte ook een aantal salongarnitures en behangsels, te vinden in patriciërswoningen in Brugge, Gent en Brussel.

Zijn bekendheid verwierf hij vooral door de zeer talrijke waterverfschilderingen met accuraat weergegeven bloemen, planten, insecten, vogels, kruiden, stenen, archeologische voorwerpen en medische rariteiten. Een aantal van zijn tekeningen berust in de Brugse Musea, in de Koninklijke Bibliotheek (Brussel) en in particuliere verzamelingen. Hij maakte zijn aquarellen vaak in opdracht van verzamelaars, onder wie voornamelijk Joseph van Huerne (1752-1844). Hiervoor werkte hij vaak samen met twee andere Brugse tekenaars en kunstschilders, Jozef Ducq (1762-1829) en Jan Karel Verbrugge (1756-1831).

Ledoulx bleef vrijgezel en overleed in zijn woning in de Boeveriestraat.

Handschriften van de auteur-historicus

Naast schilder en tekenaar was Ledoulx ook schrijver. Hij heeft aanzienlijk veel werk in handschrift nagelaten. Ze hebben de verdienste over vele mensen en zaken uit voornamelijk West-Vlaanderen gegevens te hebben verzameld die men zelden of nooit elders zou aantreffen. Hij heeft het nadeel dat hij hierbij de historische exactheid minder belangrijk achtte dan de romantische, soms feeërieke touch die hij graag aan zijn verhalen gaf.

Onder de handschriften die bewaard worden in het Brugse stadsarchief en in de stadsbibliotheek, of in andere fondsen, zijn te vernoemen:

In dit werk gaf Ledoulx levensbeschrijvingen van 500 Bruggelingen (geleerden, juristen, schrijvers, geestelijken, ambtenaren), vanaf de middeleeuwen tot in zijn tijd. Voor dit werk schreef zijn vriend de rederijker en schoenmaker Johannes Quicke (1744-1807) een lofdicht: Eer- bazuin geblaezen tot lof van den onvermoeielijken en menschlievenden heer Petus Le Doulx, kunstschilder, voor het opstellen der levens van de geleerden der stad Brugge.

In dit werk gaf Ledoulx de biografie van 158 kunstenaars. Voor dit werk schreef zijn vriend, de dichter en augustijn Augustinus Baude (1734-1816) een huldedicht onder de titel: Eer-Croon voor den begaefden heer, Mijnheer Petrus Ledoulx, kunstschilder, toen hij in het licht gaf de levens der Brugsche schilders ten jare 1795.

Publicatie

Literatuur

Literatuur