Korte kronijk van Zwoll

1794_Zwol_Door

Doorenweerd, Bartholomeus. ‘Korte kronijk van Zwoll’. 1. Zwolle, 1794. Bibliotheek A 31430. Historisch Centrum Overijssel. https://proxy.archieven.nl/20/25C49E6984864C1182937ABD1FCE276D.

Auteursgegevens

   
Naam Bartholomeus Doorenweerd
Geslacht m
Geboortedatum 1767
Geboorteplaats Zwolle
Datum overlijden 1832
Plaats overlijden Kampen
Religie katholiek
Educatie Klein college Kevelaer; artes en theologie Douai
Beroep priester en publicist
Biografisch portaal http://www.biografischportaal.nl/persoon/91358253
Biografisch woordenboek http://resources.huygens.knaw.nl/bwn1780-1830/lemmata/data/Doorenweerd

Inhoud van de tekst

   
Beschreven begin -9
Plaats onderwerp Zwolle

Notities

Een uitgebreide biografie en bibliografie is te vinden op: https://resources.huygens.knaw.nl/bwn1780-1830/lemmata/data/Doorenweerd

Uit de scriptie van Nienke Huijbens en Iris Jonker: De kroniek bestaat uit twee delen. Het eerste deel heet “Een korte Kronijk van Zwol”, het tweede deel “Kronijk van de Zwolse kerspelkerke ingewijd ter Eere van den H: Michaël Aartsengel.” De kroniek is gedurende meerdere jaren geschreven, en is afgemaakt in 1794. De tekst gaat over verschillende gebeurtenissen in verschillende jaren en het verhaal begint in de Klassieke Oudheid. De schrijver van de tekst was een invloedrijke priester uit Zwolle.

De auteur van de kroniek is Bartholomeus Doorenweerd. Hij is geboren in 1767 in Zwolle, als oudste van drie kinderen. In 1785 begon hij met zijn studie filosofie en theologie aan het College van Onze Lieve Vrouwen. Deze school was gericht op het vormen van priesters. Na zijn studie werd hij kapelaan in Zwolle, ook zijn beroep tijdens het schrijven van de kroniek. Later werd hij pastoor op het arme Schokeiland, waar hij het initiatief nam om het eiland op te knappen. Vanaf 1808 was Doorenweerd pastoor in Kampen. Behalve deze kroniek heeft Doorenweerd nog vele andere werken geschreven. Zo schreef hij veel artikelen voor tijdschriften, onder andere “Kerkelijke Bibliotheek voor Rooms Catholijken in Nederland” en “Minerva, tijdschrift voor Godsdienst, Wetenschappen en Kunsten.” Doorenweerd schreef niet altijd onder zijn eigen naam: voor het tijdschrift “Kerkelijke Bibliotheek” schreef hij onder het pseudoniem Transisalanus, wat “Overijsselaar” betekent. Doorenweerd is in 1832 gestorven in Kampen.

De kroniek is geschreven in wat een bestaand schrift lijkt te zijn. Dit vermoeden wordt bevestigd door de lege pagina’s aan het einde, wat in een gebundeld werk niet nodig zou zijn. Dit is echter niet zeker. Het vermoeden is dat Doorenweerd zijn kronieken - het zijn er twee - hier beiden in het net heeft opgeschreven. Alle informatie lijkt in het retrospectief geschreven te zijn: nog tot aan de laatste pagina verwijst hij terug naar eerdere jaren zodat het lijkt alsof alles in één keer is geschreven. Hierdoor gaan wij er niet van uit dat het hier gaat om zijn oorspronkelijke aantekeningen. Daarnaast lijkt het handschrift netjes en gelijkmatig, zonder doorgekraste regels en zonder onverklaarbare lege pagina’s tussen de tekst door.

Doorenweerd schreef twee kronieken in hetzelfde boekje. Waarom hij dit deed is niet duidelijk. Mogelijk zijn ze als bundel bedoeld, of misschien is het slechts een kwestie van papierbesparing. Wel heeft hij zoals eerder gezegd enkele lege pagina’s aan het einde overgelaten. De reden hiervoor kan simpelweg zijn dat hij wat overhield toen zijn kroniek al klaar was, maar in het geval dat dit bewust gedaan is kan het suggereren dat Doorenweerd van plan was om nog aan de kroniek toe te voegen. De tekst eindigt dan ook behoorlijk abrupt, zonder nawoord of afsluiting.

Zoals gezegd bestaat het stuk eigenlijk uit twee kronieken of delen: ‘Een korte kronijk van Zwol’ en ‘Kronijk van de Zwolse kerspelkerke ingewijd ter eere van den H: Michaël Aartsengel’. Het eerste deel, dat aanzienlijk aanzienlijk korter is dan het tweede deel, is niet expliciet een Christelijke geschiedenis. De titel duidt ten slotte op een algemene geschiedenis van Zwolle. Toch is het Christendom en de verspreiding ervan een erg belangrijk thema binnen de kroniek. Deze begint bij het einde van de oudheid en gaat door tot de achttiende eeuw; slechts een klein gedeelte van de kroniek is eigentijds. Hij schrijft chronologisch, veelal korte stukken, en veel over keizers en Franken.
De tweede kroniek gaat wel specifiek over religie: het omschrijft de geschiedenis van de zogenaamde ‘Kerspelkerke’. Deze begint in de elfde eeuw en gaat wederom door tot de achttiende eeuw. De kroniek behandelt de geschiedenis van de kerk en de lokale geschiedenis van Zwolle en de omgeving, waarbij wederom christendom centraal staat. Deze kerk bestaat tegenwoordig niet meer. Beide kronieken zijn wel door dezelfde auteur geschreven. Het handschrift tussen de twee verschilt namelijk niet. De bron is waarschijnlijk geschreven vanuit de persoonlijke interesse van Doorenweerd. Het is mogelijk dat hij schreef in opdracht van de kerk, maar als dat zo was heeft hij dat nergens aangegeven. Gezien het feit dat Doorenweerd meer titels op zijn naam heeft uitgebracht is het niet onwaarschijnlijk dat ook dit een persoonlijk project was. Hij schreef het op zodat andere mensen het ook konden lezen. De bron is waarschijnlijk voor een groter publiek geschreven. Het handschrift is netjes, hierdoor is de bron goed te lezen. Doorenweerd verwoordt de informatie goed en is kort en bondig. Hij vermeldt alleen de zaken die hij belangrijk vindt. Hoewel er in de bron geen politieke overtuiging naar voren komt, is het het wel duidelijk te merken dat Doorenweerd een gelovig man is.

We denken dat de kronieken beiden het originele werk van Doorenweerd zijn, maar wel gebaseerd is op andere bronnen. In de tekst verwijst hij meerdere keren naar de ‘handschriften waaruit deze kronyk is verzameld’. Aangezien het taalgebruik overal redelijk overeen komt vermoeden wij dat Doorenweerd een soort verslag heeft geschreven gebaseerd op verschillende andere bronnen die hij tot zijn beschikking had. Een aantal keer geeft hij aan contradicties en onregelmatigheden tegen te komen in deze handschriften. In de latere jaren, tegen het einde van de kroniek aan, geeft Doorenweerd aan dat hij zich ook baseert op geruchten en verhalen van oudere inwoners.

Literatuur

Zie de uitgebreide literatuurlijst op: https://resources.huygens.knaw.nl/bwn1780-1830/lemmata/data/Doorenweerd